zaterdag 22 november 2008

RockNRolla


5/10


Hoge pieken, diepe dalen. Het is zowat de beste omschrijving voor het toch wat monotone oeuvre van Guy Ritchie. Die liet zich eind jaren '90 opmerken door de twee geïnspireerde gangsterprenten Snatch en Lock Stock, Two Smoking Barrels en regisseerde vervolgens zijn halve trouwboek Madonna in het gedrocht Swept Away om daarna uit te pakken met Revolver, een film die met recht en rede twee jaar op de planken van de distributeur bleef liggen. Ritchie had veel goed te maken, maar net als je denkt dat zijn carrière niet meer dieper kan zakken komt de man aandraven met een prent die zulke sof is dat we er langzamerhand van overtuigd zijn dat zijn eerste twee films niet veel meer waren dan toevalstreffers, gedraaid op dagen dat de druilerige Londenwind voor een keertje goed zat.


Wederom bevolkt Ritchie zijn film met halfbakken gangsters die elkaar van repliek dienen in een sappig Cockney-accent. De kruimeldieven van weleer zijn uitgegroeid tot gewetenloze entrepreneurs die schaamteloos handel drijven in immobiliën. Lenny Cole (Tom Wilkinson) is een gangsterbaas van de oude stempel die de touwtjes denkt in handen te hebben, totdat hij onder de voet wordt gelopen door enkele Russische topgangsters, een verbeten misdadiger die opereert onder eigen syndicaat (Gerard Butler) en een sexy secretaresse (Newton).


Ritchie poneert zoals vanouds vijf verschillende verhaallijnen die elkaar overlappen, maar zelden is een rode draad zo zoek geweest als doorheen zijn jongste product. De regisseur tracht de narratieve soep te verdoezelen door wederom een vat kleurrijke schlemielen open te trekken en een aantal visuele hoogstandjes door te voeren, maar ditmaal kunnen zelfs deze twee jokers niet verhinderen dat RocknRolla een wel erg mager beestje geworden is. Richtie verslikt zich opnieuw in zijn zelfgenoegzaamheid en wil ons alsnog fascineren met een geforceerd 'Kijk eens wat ik kan'-toontje. Net als Tarantino verbergt Ritchie zich al jaar en dag achter dat ene truckje en weigert hij halsstarrig om volwassen te worden. Tarantino heeft een scherpe pen en beschikt over genoeg cinematografische achtergrond om zelfs het pellen van een ajuin boeiend te maken, Ritchie heeft onder dat frêle laagje visueel vernis te weinig talent om nog steeds te blijven boeien.


Akkoord, op visueel vlak kan de film uitpakken met duizelingwekkende beelden (een achtervolgingsscène zit bijzonder strak en goed geritmeerd in elkaar) en ook sommige one-liners snijden even scherp als een Japans Katana-zwaard ('There's no school like the old school, and I'm the fuckin' headmaster') maar uiteindelijk kan niets de narratieve chaos opsmukken. Ritchie's huwelijk met Madonna werpt finaal haar vruchten af: net als Madge probeert Ritchie nog steeds voort te borduren op het status dat hij medio jaren '90 verkreeg zonder zijn hand ervoor om te draaien. We geven de man nog één kans – zijn volgende project wordt een Sherlock Holmes verfilming met Robert Downey Jr. en Jude Law – maar dan moet het raak zijn. Nu zijn eega het huwelijk voor bezien houdt, komt zijn talent misschien toch weer bovendrijven.

Geen opmerkingen: