woensdag 16 december 2009

Avatar




Verenigde Staten
Science-Fiction / Avontuur
162 minuten

geregisseerd door James Cameron
met Sam Worthington, Sigourney Weaver en Zoe Saldana

**

Mochten we de fanboys geloven die al jaren reikhalzend aan het uitkijken waren naar James Cameron's ultieme pièce de résistance dan zou Avatar het aangezicht van de moderne cinema voorgoed veranderen, net zoals 'The Jazz Singer' en 'The Wizard of Oz' de filmwereld destijds op zijn grondvesten lieten daveren door de introductie van respectievelijk de klankband en het technicolor-kleurenpalet. Geschiedenis schrijven doet Cameron alvast niet met zijn sfx-bombarie, een visueel opwindend kijkstuk afleveren, des te meer.

In feite blijft een mening over een James Cameron-film altijd iets abstract ; met welk lexicon valt zijn filmrijm immers te rijmen ? In welke verzameling van referenties is Cameron's extravaganza steeds opnieuw ingebed? Als het zo is dat een goede film pas begint na de credits, op dat ene moment waarop de lichten in de zaal zachtjes aanzwellen en het cognitieve proces de film begint te plaatsen, dan is Cameron's 'Avatar' géén goede film. Avatar is een film zoals het films in dit postmoderne tijdvak betaamt, een film van het NU-moment, een film die maar één keer leeft; bij voorkeur op het allergrootste scherm denkbaar, waarna de herrinering aan die film langzaam zal wegkwijnen. In wetenschap dat Cameron's lexicon een heel ander is dan dat van pakweg Claire Denis, is Avatar wél een meesterwerk: een jongensachtige brok escapisme, een visuele slap in the face die de vloer aanveegt met alle andere grote spektakelstukken die gekomen zijn en nog zullen komen. Het is maar hoe je het bekijkt natuurlijk.

We schrijven 2154. Ex-marinier Jake Scully is gestationeerd op de planeet Pandora om mee bij te dragen aan het ontginnen van een nieuwe grondstof. Het probleem is echter dat de mens niet kan ademen op Pandora enzodus zijn zij genoodzaakt om zich aan te sluiten op een AVATAR, een stuurprogramma waarmee de mens in de huid kan kruipen van een na'vi, de blauwe wezens die de planeet bewonen. Het is aan Scully om het contact tussen de mens en de na'vi te bevorderen, maar algauw valt hij voor de charmes van de ravissante Neytiri(Zoe Saldana). Scully raakt langzamerhand betrokken in de Na'vi gemeenschap, wat buiten wil is van de tiranieke kolonel Quaritch, die de oorlog verklaart aan het vredige Na'vi volk.

'Avatar' is episch in elke zin van het woord: Eénmaal je als kijker je 3D-brilletje opzet word je, alsof het brilletje zélf een toegangsportaal is naar een nieuwe wereld, gekatapulteerd naar een volstrekt uniek universum. Je ziet dat er aan elk frame jaren gesleuteld is en je gaat volledig mee de veredelde roetsjbaan die Cameron en zijn crew op poten hebben gezet: robuuste ruimtetuigen, fabelachtige wezens, broeiende liefdesrelaties en uitgestreken strijdvelden, wat 'epiek' betreft mag 'Avatar' gerust bijgezet worden in de eregalerij der epossen, pal tussen Cecil B. Demille's 'The Ten Comandements' , 'Ben Hur', Peter Jackson's 'Lord of the Rings' en Kevin Costners 'Dances with Wolves'. Avatar is en blijft jongenscinema met funfactor 10, maar op emotioneel vlak word je nergens meegesleurd door Cameron's Pocahontas for dummies. Uiteindelijk dient het ietwat simplistische verhaaltje nog steeds als een décor waarop Cameron zijn truckjes voorstelt en blijft het écht meeleven (iets dat we wél deden met Peter Jackson's Lord of The Rings-trilogie) haast onmogelijk. Hoe kun je de wufte karikaturen, met generaal Quaritch (Stephen Lang) of commandant Selfridge (Giovanni Ribisi) op kop, dan ook één seconde serieus nemen.

Om de hype dus meteen maar meteen de kop in te drukken: 'Avatar' is absoluut niet dat grensverleggend stukje cinema dat de marketingmachine en de fanbase deed uitschijnen. Cameron's zelfverklaarde magnum opus is hoogstens een fijne rit in een duizelingwekkende rollercoaster. Maar éénmaal de rit gedaan is , ga je alweer aanschuiven aan de rij van de volgende attractie.

woensdag 2 december 2009

De 50 Beste van '00 tot '09....




1.Dogville
2.Adaptation
3.Kill Bill (VolI+II)
4.Almost Famous
5.Un Long dimance de Fiancailles
6.Synecdoche, NY
7.Lost in Translation
8.Lord of the Rings
9.The Assassination of Jesse James
10.Once
11.No Country For Old Men
12.Before the Devil knows you're Dead
13.The Wrestler
14.Bin-Jip
15.Le Scapandre de Papillon
16.The Life Aquatic
17.Keane
18.Das Leben des Anderen
19.Eternal Sunshine of the Spotless Mind
20.Unbreakable
21.A History of Violence
22.Old Joy
23.Sin City
24.13 Tzameti
25.Good Night and Good Luck
26.I'm not there
27.Million Dollar Baby
28.The Man who wasn't there
29.Road To Perdition
30.Femme Fatale
31.Letters From Iwo Jima
32.Mean Creek
33.The Three Burials of Melquiades Estrada
34.Good Night and Good Luck
35.The Host
36.The Dark Knight
37.Let the Right one in
38.Frost/Nixon
39.Memento
40.Juno
41.Donnie Darko
42.Brokeback Mountain
43.Matchstick Men
44.Sideways
45.There Will Be Blood
46.The Squid and The Whale
47.Dagen zonder lief
48.Little Children
49.Amélie
50.Moulin Rouge

dinsdag 1 december 2009

Moon



Verenigd Koninkrijk
Thriller / Science-Fiction
97 minuten

geregisseerd door Duncan Jones
met Sam Rockwell, Kaya Scodelario en de stem van Kevin Spacey

***

Alsof het in de sterren stond voorgeschreven: veertig jaar nadat David Bowie de wonderlijke kosmos bezong in de tijdloze ballade 'Space oddity' heeft nu ook zoonlief Duncan Jones (Formerly known as Zowie Bowie) een prachtig lofdicht gemaakt over het intergalactische onbekende. 'Moon' is een bezwerende spacetrip van een film, eentje die zich in dezelfde stratosferen bevind als sci-fi-klassiekers 'Alien' en 'Silent running', maar met vooral de persoonlijke touch van een cineast die wellicht nog aardig wat in petto heeft.

Sam Bell is als afgevaardigde van het energiebedrijf Lunar het heelal ingezonden om Helium-3 te verzamelen, de energiestof waarop de aarde in de nabije toekomst zal teren. Zijn enige metgezel is GERTY (voorzien van de vocalen van Kevin Spacey), een robot die Sam met woord en daad bijstaat. Sams driejarig contract loopt stilaan ten einde, maar alvorens Sam terug mag keren wordt het ruimteschip geplaagd door vreemde gebeurtenissen.

Regisseur Duncan Jones weet ons vanaf de eerste minuut mee te nemen in een eigen hermetisch gesloten universum. 'Moon' is geen sci-fi die teert op duizelingwekkende effecten en voorbijflitsende ruimtetuigen, maar een beklemmmend portret van een man wiens eenzaamheid hem tot zijn eigen grootste vijand heeft gemaakt. Die teneerdrukkende eenzaamheid, de geestelijke gezondheid die langs een neerwaartse spiraal naar beneden glijdt, regisseur Duncan Jones serveert die als een indringende karakterstudie die zich gaandeweg ontplooit tot een intrigerende mystery-thriller.

Referenties en knipogen zijn legio (GERTY zou best wel eens het neefje kunnen zijn van boordcomputer Hal uit Kubrick's 'Space odyssee'), maar 'Moon' overstijgt gelukkig de som van zijn voorbeelden. Sam Rockwell is fenomenaal als de emotioneel doorleefde Sam Bell terwijl de soundtrack van Darren Aronofsky's vaste huiscomponist Clint Mansell even bezwerend is als een heldere sterrenhemel op een pikzwarte winternacht. 'Moon' is een film die je niet beleeft maar veeleer aanvoelt, alsof je zelf in een gewichtloze toestand het heelal doorkruist en zo is het mooi. Set to Ignition... 3... 2... 1. Fijne reis.

dinsdag 24 november 2009

World's Greatest Dad


Verenigde Staten
Komedie
99 minuten

geregisseerd door Bob Goldthwait
met Robin Williams, Daryl Sabara en Tom Kenny

***

Afaande op de bijhoorlijk absurde subversieve pitch van voormalig comedy-talent Bobcat Goldwaith's vorige prent Sleeping Dogs Lie ('een vrouw geeft toe aan haar vriendje dat ze ooit een hond oraal bevredigd heeft') kun je er prat op gaan dat de man zich niet meteen voor de kar laat spannen van zoedgevooisde, platgepolijste rom-com's. Goldwaith's nieuwste, het met een flinke knipoog betitelde World's Greatest Dad beschikt wederom over genoeg weerhaken om uw wenkbrouwen in een meewarrige frons te trekken, maar opnieuw komt de filmmaker er meer dan uitstekend mee weg.

The Word's Greatest Dad
in kwestie is de gescheiden huisvader Lance Clayton die de ambitie koestert om bestsellers te schrijven, maar voorlopig vrede neemt met een baan als poëzieleraar aan een modale middelbare school in het suburbane Seattle. Hij heeft een weinig ontvlambare relatie met één van zijn collega's en zijn zoon Kyle is een eigenwijs, aan cyberporn verhangen stuk vreten waarmee vaderlief geen raad mee weet. Nadat zijn zoon op een nogal (opgelet, spoilers ahead) vreemde manier het leven laat, besluit Lance alle sporen uit te wissen om zijn zoon een ietwat waardiger afscheid te gunnen. Algauw verwordt de nasleep van Kyle's dood tot een opgeklopt rouwcirkus waarin Lance zelf de hand in heeft.

De premisse van de film lijkt bij aanvang bijhoorlijk absurd , maar de plot is net een verfrissing in een filmlandschap dat vaak door puriteins holywood wordt gladgestreken. Goldwaith slaagt erin om de modale high school comedy te verheffen tot een verassende, van gitzwarte humor gespeende dramady. Net zoals Juno de achtergrond van de All American High school gebruikte om er een universeel coming of age-verhaal te situeren, zo gebruikt The World's Greatest Dad hetzelfde décor om verschillende accurate en relevante thema's (blinde idolatrie, teen anxiety) aan op te hangen. Het klinkt bijwijlen nogal absurd, maar de film weet vooral de verassen door een emotionele gelaagdheid die het bij Amercian Pie en soortgelijke High School­comedies ontbeert.

Robin Williams, die sinds Insomnia (zijn laatste échte goeie film) lijkt te grossieren in Amerikaanse flutkomedies was zelden beter als de opportunistische Lance Clayton. Na Bill Murray en Jim Carrey verrast ook Williams met een verrassend ingetogen rol waarin de kracht net ligt in datgene wat hij niet doet (Mn; met gekke stemmetjes praten of zijn tronie in een succelente plooi heisen) en voor het eerst een eerlijke en van enige tristesse doordrongen prestatie neer te zetten.

Akkoord, je kunt Goldwaith ervan betichten dat hij zich soms iets te strak naar de genre-wetten plooit (alsof haast elke emotionele catharsis ondersteunt hoort te worden door een melancholische popsong), maar een komedie waarbij de rake observaties elkaar in zulk sneltempo opvolgen is er sowieso eentje om te koesteren. A new breed of comedy, prijkte op de filmposter van s'mans vorige film en met World's Greatest Dad bevestigt de cineast dit credo, een credo dat we sinds Bill Murray's Groundhog Day niet meer in de mond durfden te nemen.

donderdag 17 september 2009

Antichrist


Denemarken / Duitsland / Frankrijk / Zweden / Italië / Polen
Drama / Horror
104 minuten / 109 minuten (Cannes Film Festival 2009)

geregisseerd door Lars von Trier
met Willem Dafoe en Charlotte Gainsbourg

8/10

Van plat over vulgair tot een film die het filmlexicon van de 21ste eeuw herdefineert. Wederom sloeg de Deense enfant terrible Lars Von Trier erin om voor enige opschudding te zorgen tijdens het voorbije filmfestival van Cannes. Met AntiCrist, levert de excentrieke Deen opnieuw een film af die heel wat heilige huisjes omver blaast en die opnieuw -volledig conform zijn voltallige oeuvre- zijn publiek in radicale kampen zal verdelen. Buiten kijf staat alvast dat geen enkele film dit jaar de tongen even vaak over de tong zal gaan als Von Triers jongste.

Na de eerste tweel delen in zijn USA-trilogie en de experimentele komedie Direktøren for det hele keert de regisseur terug naar een ietwat meer conventionele vorm van filmmaken. Weg zijn de minimalistische decors, de radicale cameraposities en de Brechtiaanse vervreemdingseffecten . Antichrist is een door D.O.P Anthony Dod Mantle (Slumdog Millionaire) verassend rustiek en klassiek geschoten meditatie over dood, schuld en leven. Al betekent klassiek niet dat Von Trier enige compromissen neemt. Integendeel zelfs.

In de hypnothiserende, in prachtig zwart & wit badende proloog zijn we getuige van hoe een koppel (He & She, Von Trier weigert zijn protagonisten te demytificeren door ze een naamlabel op te plakken) de liefde bedrijft. Ze verliezen hun zoontje uit het oog en even later tuimelt de kleine koter door het raam. Een jaar later laat het gemis nog steeds gapende wonden na. De man probeert de vrouw haar diepste angsten op te zoeken want enkel zo kan hij haar over haar trauma helpen. Ze trekken richting een afgelegen boshut om hun innerlijke demonen uit te drijven, maar ze beseffen niet welk onheil hen nog te wachten staat.

De zelfverklaarde 'greatest director in the world' schoffeert alvast. Als een plaaggeest bouwt hij gestaag aan een reflectief portret van een rouwend koppel om vervolgens als een kwajongen de sluizen open te zetten en een volle lading te geven. In 5 hoofdstukken (Prologue,Grief, Pain and Despair) volgen we hoe het koppel afdaalt in een metafysisch vagevuur.

Genialiteit en pretentie zijn twee kanten van eenzelfde dubbeltje en Antichrist is een dubbeltje dat 100 minuten lang blijft rondtollen: de taal die Lars Von Trier hanteert is fascinerend in al haar facetten. Hij slaagt erin Torture Porn te onderstutten met een psychologische voedingsbodem. Waar Dogville en Direktøren for det hele vooral vormelijk abstracte experimenten waren kan je Antichrist gerust bekijken als een pamflet waarin de filmmaker narratieve abstractie predikt. Bovendien bevraagt Von Trier op deze manier ook 'film als medium' want antichrist is misschien meer een abstracte installatie dan een film. Een avant-gardistische constructie die de kijker plaagt en hem met zichzelf, diepe impulsen en sensatiegeest confronteert.

De hamvraag is natuurlijk of Von Trier ook een interessante film heeft afgeleverd. Waar in Dogville de experimentele vormgeving een verhaal en een statement onderstutte (De diep gegronde Amerikaanse fascinatie voor overheersend geweld) , is de huiver en horror ditmaal helemaal niet gegrond. Vaak wordt er verwezen naar de geschiedenis van de vrouwenonderdrukking, maar een fundamenteel statement heeft de Deense cineast ditmaal niet te poneren. De metaforen waarmee Von Trier guitig in het rond strooit raken vaak kant noch wal (de roodbruine vos die 'chaos reigns' scandeert is een blijver), maar toch blijf je gefascineerd door wat Von Trier en zijn D.O.P. Op pellicule stansen. Een bedwelmende trip en één van de kijkervaringen van het jaar is het resultaat. Of Antichrist dan ook een goeie film geworden is, moet u voor zichzelf maar uitmaken.

dinsdag 4 augustus 2009

The Taking of Pelham 123


Verenigde Staten / Verenigd Koninkrijk
Thriller
121 minuten

geregisseerd door Tony Scott
met Denzel Washington, John Travolta , James Gandolfini, John Turturro, Luis Guzmán

6/10

We herinneren het nog alsof het gisteren was. Jos Geysen hield op zondag nog zijn wekelijkse praatronde en wij brachten die voormiddag door op de canapé van ons bomma. Die namiddag zagen wij op de beeldbuis (een antieke mastodont van een televisietoestel) 'the Taking of Pelham One Two Three', een onvervalste misdaadthriller over een kat-en muisspelletje tussen een bandiet en een dispatcher in een metrocentrale. Ondanks de torenhoge cool-factor van deze seventees-exploot vonden wij toen al dat er een muf guurtje over de hele premisse hing. We waren niet alleen. 'Reboot' (een hip modewoord dat Hollywood in het leven heeft geroepen om het toch maar niet te hebben over een zoutloze herwerking) dachten de studiobonzen en inderdaad : 'The Taking of Pelham 123' anno 2009 heeft het basisgegeven van de seventees naar de noughtees getransporteerd. Weg met die hippe hoornen brilmonturen van toen, enter laptops, satellieten en een commandocentrum dat volledig opgetrokken is uit bits en bytes.

Denzel Washington (die volledig tegen zijn imago een nogal schlemielige Average Joe vertolkt) geeft gestalte aan Walter Garber, ooit een hoge pief bij het openbaar vervoer, nu door een resem niet zo koshere activiteiten vervloekt tot een routineus baantje bij de dispatch. Op een dag krijgt hij Ryder aan de lijn, een devote katholiek die momenteel de metrolijn 'Pelham 123' onder schot houdt en Garber en de zijnen een uur de tijd geeft om een som van 10 miljoen dollar bij elkaar te harken. Zoniet wordt er elke minuut nadat de tijd verstreken is een onschuldig mensenleven geëist. De klok begint te tikken...

Wie anders had Hollywood voor de kar kunnen spannen voor een contemporaine update van een seventeesklassieker dan ADHD-filmer Tony Scott. Scott, die regisseert én monteert met in één hand een camera en in de andere een chronometer laat voor een keer zijn resem kleurenfilters thuis (al kan hij het niet laten zijn openingscredits van een pure MTV-montage te voorzien) en regisseert deze thriller in een verassend tempo. Tijden zijn veranderd, technologie deed zijn intrede en nine eleven veroorzaakte algemene paranoia in The Big Apple. Scenarist Brian Helgeland (die eerder als scenarist prijkte op de aftiteling van L.A. Confidential) weet prima het gegeven een modern jasje aan te meten en de dialogen klinken bij wijlen behoorlijk geestig. Helaas beschikt Scott maar over één tiende van de visuele panache van zijn broer Ridley en slaagt hij er nergens in om deze gepimpte caper met een dosis gezonde suspense te injecteren. Leg dit maar eens naast bijvoorbeeld Paul Greengrass' United 93 waar de spanning in het commandocentrum wél met schijfjes te snijden was. Hier blijft het allemaal maar banale jongenscinema , gemaakt op leest van degenen die wellicht nog nooit een film van voor hun geboortejaar 1990 gezien hebben. “I got 99 problems but my bitch ain't one" weerklinkt een rapper op de klankband. Waarmee de doelgroep meteen al afgebakend is.

Voor een film die zich afspeelt in een commandocentrum en in een stilstaande metro zou je denken dat de dialogen de suspense van het kat-en-muisspel tussen de twee heren moet opdrijven, maar helaas kan Scott het niet laten om ten alle tijde een ongemotiveerde carchase op het scherm te stansen. Er valt wel te genieten van enkele acteerprestaties: John Travolta is altijd wel genietbaar als sardonisch booswicht (herinner u Swordfish of Face/Off) en Washington speelt eindelijk eens geen kleurloze vrouwtjesputter wiens zonnebril garant staat voor enige stoïcijnse cool, maar een jan modaal die gehult gaat in morsige gewollen truien. We vinden hem op slag al een pak sympathieker.

Kortom, The Taking Of Pelham 123 rolt over het scherm met de vaart van een metro buiten spits. Een zwierige zomerhit die er wel slaagt in eventjes te entertainen (wat bijvoorbeeld niet kan gezegd worden van een migraine verwekkend onding zoals Transformers: Revenge of the Fallen), maar voor de metro terug de pijp uit is ben je al terug bezig met belangrijkere dingen bezig.

Synecdoche, New York


Verenigde Staten
Drama / Komedie
124 minuten

geregisseerd door Charlie Kaufman
met Philip Seymour Hoffman, Samantha Morton en Michelle Williams

9/10

Tureluurs en murw geslagen, zo voelden we ons al ettelijke malen nadat we de cinema verlieten en net twee uur vertoefd hadden in de vreemde hersenkronkels van Charlie Kaufman, Hollywood's chroniceur par excellence van het menselijke brein. Met Synecdoche New York (spreek uit als Sih-NECK-doh-kee) treedt de alom gefêteerde scenarist voor het eerst acher de camera en in tegenstelling tot de visuele (Michel Gondry's Eternal Sunshine of a Spotless Mind) of narratieve (Spike Jonze's' Being John Malkovich en Adaptation) spielerei van de man zijn vorige werk is Synecdoche NY een hoogst persoonlijke, reflectieve en zwaarmoedige kijkervaring geworden, een film die je aan je schedel doet krabben en die over je komt rollen als een platwals. Een film die polariseert en je beide hersenhelften een robbertje laat uitvechten: een onovertroffen meesterwerk of pretentieuze navelstaarderij. Dat een film zulke reacties teweeg breng is op zich al een reden om hem tegen de borst te drukken. Kronkelt u even mee....

Phillipe Seymour Hoffman geeft gestalte aan Caden Cotard, een nerveuse hippochonder die leidt aan verschillende kwalen en aandoeningen. De dokters weten geen raad enzodus probeert Caden genoegen te vinden in de regie van een herwerking van 'Death of A Salesman'. Zijn vrouw Adele (Catherine Keener) kondigt een vertrek aan richting Berlijn alwaar ze zich wil ontplooien als kunstenares. Cotard blijft verweesd achter en ontvangt een MacArthur Genius beurs, een beurs die hem toelaat een droomproject te realiseren. Het project in kwestie is minitieuze weergave van New York in een gigantische loods, een aftekening van de werkelijkheid. Algauw raken realiteit en weergave (fictie en meta-fictie, zo u wil) in elkaar verstrengeld en raakt Cotard verloren in zijn eigen droomproject.

Elke plotbeschrijving valt echter op zijn achterste. Kaufman's regiedebuut is een duizelingwekkend, gecomliceerd, multi-gelaagde meta-vertelling geworden waar analytici een vette kluif aan hebben. Een parabel over dood en verval, een indringende kijk op schepping en creativiteit...over Eros en Thanatos. Zeggen dat het Kaufman niet aan ambitie ontbreekt is als zeggen dat de wereld een beetje ontsteld reageerde op Wacko Jacko's dood. Synecdoche NY is voor Kaufman wat Misdaad en Straf was voor Dostojevski, een magnum opuw waarin stokpaardjes de vrije loop gaan, met het risico dat sommigen zich wel eens durven vergalloperen.

In de eerste uur serveert Kaufman een schijnbaar klassieke set-up. Cotard leidt een dagdaags bestaan met zijn vrouw en zijn vierjarige dochter in Schenechtady. Gaandeweg voel je hoe de regisseur deze portretering doorspekt met absurde elementen die zowel narratief (check hoe al in de eerste scène de datim vijf maal versrpingt in één etmaal) als vormelijk (Het brandende huis van Hazel) alle logica tarten. Als een goochelaar die een ei wegtovert terwijl je er met beide ogen op staat te staren, zo bezweert ook Kaufman zijn kijker. Plots verspringt de film in tijd, zonder dat je er als kijker de mot in hebt. Kaufman diept laag na laag verder uit en al snel 'ontwaaiert' (een beter woord kunnen we in deze context niet bedenken) zich in een lappendeken dat ieders petje de boven gaat. Na eerst een uur te meanderen ontspint de film zich in een duizelingwekkende studie waarbij metafysiche elipsen , ontdubbeling en verdubbeling schering en inslag zijn.

Caden bouwt de realiteit na in een grote loods. Met als gevolg dat ook hij geportreteerd moet worden. Enter Sammie (Tom Noonan), een man die zichzelf als een perfecte incarnatie van Caden toont. Maar in de geportreteerde werkelijkheid is er ook een incarnatie van een incarnatie nodig. Net zoals Kaufman in Adaptation het adaptatieproces stapsgewijs ontlede en ontrafelde (Cage in Adaptation : “Okay, we Open at La Roche. No. We open on Kaufman. Okay, We open at the beginning of time”) zo zoekt hij hier naar het ultieme in een creatie. Het kleinste partikel in de wetenschap. Acteurs die acteurs spelen die acteurs spelen die acteurs spelen...het heeft wel iets van het kernidee van Adaptation (een schrijver die een scenario schrijft over een scenarioschrijver die een scenario schrijft...), met het verschil dat Synecdoche NY nog zwaardere thema's aansnijdt. Dood, Geboorte, lichaamssappen. Maar Synecdoche NY gaat over meer zoals Cotard zelf aangeeft ( “it's a play about dating, it not about death, it's about everything”).

De vraag rijst natuurlijk of deze hoog persoonlijke caleidoscopische zijn eigen opgezette beloftes wel nakomt. Fascinerend is het alvast ...Net zoals bij David Lynch's' Mullholland drive geven wij ons als kijker graag weerloos over aan de fantasmen en de stokpaardjes van een benadigd artiest, ook al voelden we de materie meermaals uit onze handen glippen. Tureluurs en murw geslagen, zo voelden we ons opnieuw, met het verschil dat Synecdoche NY een film is die filmmaken anno 2009 bevraagt en op losse schroeven zet. Tureluurs, verbrouweerd, 'bedot', wakker geschud en perplex. Dat is wat we deze keer voelden toen we de cinema bij avondlicht buiten strompelden.

Lost In Translation


Verenigde Staten / Japan
Drama / Komedie
102 minuten

geregisseerd door Sofia Coppola
met Bill Murray, Scarlett Johansson, Giovanni Ribisi, Anna Faris

9/10

Als een licht ganzeveertje onderstut door een gezwind zomerbriesje, zo kwam Lost in Translation destijds de duistere cinemazalen binnendwarrelen, een film die aanvoelt als een poëtische hartenkreet van een regisseuse die perfect weet hoe ze haar dagboekschrijfsels en haar eigen exitentiëele angsten in een perfect afgemeten scenario moet steken. Deze tweede langspeler van Sofia Coppola is een teder en fragiel sprookje, een broos filmpje dat zich langzaam met weerhaakjes aan uw hart weet vast te klampen en deze opsomming van superlatieven kunnen we nog even volhouden. Kortom, als er één film is die u in 2003 gezien moet hebben, laat het dan de deze zijn.

De regisseuse zoekt voor haar stadsfresco inspiratie bij een aloude trend in Hollywood: vedetten die zich voor grof geld over laten halen om in Azië een generische reclamespot in the blikken. Leonardo Dicaprio, Arnold Schwarzenegger en zelfs vaderlief Francis Ford Coppola, de lijst van sterren die hun artistieke merites laten varen ten koste van de geldduivel is schier eindeloos. Bob Harris (een fantastisch droeve Bill Murray) grossierde ooit in succesvolle actiefilms, nu neemt hij het aanbod aan om in ruil voor een dikke cheque reclame te maken voor een whisky merk (“For relaxing times , make it Santory time”). Charlotte (Scarlett Johansson die destijds reveleerde) is het liefje van een fotograaf die amper tijd voor haar maakt. Deze twee verloren zielen treffen elkaar op een avond in een bar en schepen in voor een soul-searching missie langsheen afstandse hotelkamers, Japanse Billboards en kitcherige karaoké-bars.

Als een portretering van een cultuurclash schiet Lost In Translation schier tekort. De mopjes die wijzen op raciale verschillen tussen Oost en West doen even belegen aan als witte jonge kaas (wederom wordt er gelachen met de 'L'-'R' wisselspraak van de Aziatische medemens), maar laat de botsing der culturen nu niet de hoofdmoot zijn van deze grootstadsparabel. Het kloppend hart van dit ontieglijk mooie filmpje is de relatie tussen Bob en Charlotte, een relatie die geen relatie is, een relatie zonder kus, een relatie in de beste traditie van Richard Linklaters 'Before Sunrise/Before Sunset' tweeluik ; twee verloren vlinders die elkaar vinden en bij elkaar aankloppen voor een bakje troost . Bob voelt zich vast geroest in een typisch huwelijk en hoewel iedereen hem duchtig begroet voelt hij zich volledig geïsoleerd in de Aziatische wereldstad. Charlotte voelt zichzelf weggecijferd door een te vroeg huwelijk met een ambitieuze fotograaf (zou dit een afspiegelig kunnen zijn van Coppola's eigen relatie destijds met regisseur Spike Jonze?) en zo laat Coppola verschillende exitentiëele angsten tegen elkaar opbotsen: éénzaamheid, midlife-crisissen en de onzekerheid des levens. Het klein meisje haalt grote thema's aan, maar doet dat met verve.

Bovendien kon Coppola zich geen betere plek wensen om haar parabel over grootsteedse aliënatie te situeren. Tokyo, waar mensen als miljoenen mieren op elkaar zijn gehoopt , maar waar iedereen vooral zijn eigen ding doet. Duchtig steekt Coppola de draak met de typische Japanse overstimulatie van alle vijf zintuigen (die kitcherige tv-shows! Lawaaierige Luna-parken!) en zelfs Hollywood krijgt een veeg in de pan in de vorm van een blond wanna-be starletje dat Japanse journalisten paait met dwaze nonsens op een persconferentie waar ze een al even dwaze film komt voorstellen. Coppola haalt veel aan, maar nergens heb je de indruk dat de regisseuse grip verliest op haar verhaal. Het is trouwens moeilijk voor te stellen dat een regisseur zich even diep in haar zielsroerselen doet kijken als Coppola dat doet met Lost in Translation.

Bill Murray, wederom het aanzicht van de vleesgeworden tristesse schittert hier in een glansrol. Murray is hier de perfecte incarnatie van de droeve clown, een man die zijn leven niet meer beleeft maar eerder ondergaat. Zijn prestatie wordt perfect gecounterd door de préscense van mejuffer Johansson (haar derrière in een roze slipje, het meest bezwerende openingsshot dat we de afgelopen jaren zagen), slechts 19 lentes op moment van opnames, maar met een maturiteit waar mening actrices heden ten dage een puntje aan kunnen zuigen. Lost In Translation is een film van kleine gestes en subtiele blikken, een film waar de blik van de ravissante Johansson meer zegt dan 1000 woorden. In wat misschien de beste scène is raken de twee terecht in een karaoké-bar. “I’m special. So special. I gotta have some of your attention” zingt Charlotte. Waarvan akte.

Met kleine pennestreekjes weet Coppola een stadsfresco neer te zetten dat kietelt en meesleept. Een mozaïek die vlinders laat voelen en je op slag opniew verliefd maakt. Een geweldig betoverende soundtrack (stadsbassen onderstutten Air, Phoenix en Kevin Shields!) is de spreekwoordelijke kers op de taart.