woensdag 29 oktober 2008

Loft


8/10


Het is u misschien reeds ter ore gekomen, maar Erik Van Looy zou naar verluidt een nieuwe filmpje gemaakt hebben. Zeggen dat de hype die gepaard ging met het jongste wapenfeit van de slimste regisseur ter wereld ongezien was voor de release van een Vlaamse film is als zeggen dat het Topmanagement achter Ethias het niet zo nauw neemt met hun centen. Maar voor één keer mag de hype niet de oorzaak zijn van enig scepticisme : Loft is intelligent vakwerk: even slick and smooth als de betere Amerikaanse Mainstream en even sensueel als uw lief in een rode string of tangaslipje.

Voor wie de voorbije maanden onder een steen geleefd heeft: Loft draait rond vijf bon-vivants die samen een Loft delen om hun pleziertjes met hun respectievelijke maîtresses te voltrekken. Aan hun plezier komt al snel een einde wanneer een bebloed lijk wordt aangetroffen in het liefdesnest. Algauw worden de vijf tegen elkaar uitgespeeld en blijkt dat ze niemand meer kunnen vertrouwen. Gemoederen raken verhit en geheimen komen in mondjesmaat bovendrijven aan de oppervlakte.

Regisseurstandem Van Looy-De Pauw kennen hun voorbeelden en steken niet onder stoelen of banken waar ze de mosterd gehaald hebben. Met de nodige kundigheid parafraseren ze het werk van Amerikaanse genre-specialisten zoals David Fincher en Michael Mann , zonder dat ze komen aanzetten met een holle narratieve imitatie. Het scenario is zeer klassiek, een toonbeeld van een degelijk geconstrueerde high-concept thriller, het prototype dat zo uit een zelfhulpboek van zelfverklaarde scenariogoeroes zoals Robert McKee of Syd Field zou kunnen komen rollen, maar de visuele panache van Van Looy verheft de klassiek opgezette whodunit tot een razend opwind stukje genrecinema. Loft ambieert dan ook niet veel meer dan te entertainen en u op het uiterste randje van uw stoel te laten zitten en is met verve in zijn opzet geslaagd : mainstream te zijn zonder het IQ van zijn kijker te onderschatten.

Akkoord , de cast bestaat wederom uit de bekende usual suspects van de Vlaamse cinema maar hun samenspel knettert zoals het moet knetteren : Filip Peeters was zelden beter dan de sluwe architect Chris Van Outryve terwijl Bruno Vanden Broucke probleemloos de maniërismen van Sammy Thange uit het Eiland van zich afspeelt. Maar mogen wij vooral nog maar eens de jonge Matthias Schoenaerts bewierroken , die als de meest impulsieve van de vijf flierefluiters bijna dezelfde branie uitstraalt als een jonge De Niro ten tijde van Scorsese’s Taxi Driver. Fluisterregisseur Van Looy heeft het beste naar boven gebracht in zijn uitstekend op elkaar afgestelde topcast.

Natuurlijk zal de herinnering aan de sluw opgezette plotstructuur binnen een week volledig geëvaporeerd zijn, maar verwacht u misschien dat een portie doordacht entertainment u weken nadien nog in de ban zou houden. De soundtrack van Wolfram de Marco is vaak iets te prominent aanwezig – vele scènes hadden probleemloos gewerkt zonder die nadrukkelijke strijkers- en ook de afwikkeling op het einde komt net ietsje te bijeengehaspeld over (De Pauw verslikt zich bijna in zijn plotwendingen), maar voorts niets dan lof voor Loft. Een film die buiten het hokje treed van de Vlaamse cinema en met recht en rede een buitenlands vervolg verdient.

dinsdag 28 oktober 2008

Vicky Christina Barcelona

7/10


Europa heeft al sinds mensenheugenis een onweerstaanbare aantrekkingskracht op de modale Amerikaan. Of het nu de verlokking is van enig mediterraan schoon, culinaire hoogstandjes of enig architecturale praal, Woody Allen weet met Vicky Christina Barcelona opnieuw een film af te leveren die niet alleen het lokale toerisme een flinke boom zal weten te bezorgen, maar een film die u aanvankelijk zachtjes aait en kietelt om vervolgens flink met uw hormonen te rammelen.

Vicky en Christina zijn twee twentysomethings die naar Europa trekken om er nog één laatste maal van de overzeese geneugten te proeven. Vicky beleeft haar laatste dagen als vrijgezel alvorens ze in het huwelijksbootje stapt met Doug, een ietwat kleurloze bureaucraat, terwijl Christina zich wil laten meevoeren door de verlokkingen van het mediterrane zeegebied. Enter Juan Antonio, beroepsschilder en prototype van de Zuiderse Don Juan. Antonio nodigt beide dames uit voor een ontspannend weekendje in Ovide, een praalstadje op een spreekwoordelijke steenworp van Barcelona. Wanneer Marie Elena, de temperamentvolle ex van Antonio zich ermee begint de bemoeien ontaard het ietwat onwennige onderonsje in een broeierige ménage-à-quatre waarin de dames elk goedschiks hun plaats trachten te vinden.

Vicky Christina Barcelona is zonder twijfel de meest erotische film uit de voltallige Allen cataloog. Niet alleen omdat Penelope Cruz en Scarlett Johannson het op een aardig partijtje tongworstelen gooien, maar vooral omdat Allen als geen ander de erotische verlokking van het oude continent weet te vatten. De vakkundig geschoten plaatjes van Javier Aguirresarobe (Hable Con Ella) zorgen voor een broeierige intense sfeer (mét dank aan het lokale toeristenbureau), Johannson, Bardem, Rebecca Hall (onthou die naam!) en vooral Penelope Cruz werpen hun meest verleidelijke poses en ditto blikken in de strijd en het titelnummer ‘Barcelona’ van Giulia y los Tellrani dat als een rode draad doorheen de film loopt zorgt voor een catchy cachet.

Maar hoezeer de erotiek van het scherm druipt, Allens jongste is bovenal een genratieportret over de immer twijfelde twintigers. Vicky begint langzamerhand te beseffen dat ze zich aan het vast rijden is in een doodlopend straatje en Christina krijgt voor het eerst af te rekenen met relationele strubbelingen. Allen lijkt soms te dwepen met het romantisch Europese ideaal dat de gemiddelde Amerikaan zich voor de geest houd, maar net wanneer je denkt dat Allen een promofilmpje aan het in blikken is voor de Catalaanse overheid komt hij aandraven met een aantal weerhaakjes. Barcelona vormt net zoals New York of Londen in Allen zijn vorige films niet alleen het arena, maar vooral een hoofdpersonage dat even sensueel en wispelturig is als de protagonisten.

Allen’s 75ste lente gaat weldra in , maar toch weet de man zich opnieuw heruit te vinden. Hij dweept niet langer met Dostojevski (zie Match Point en Cassandra’s Dream) en neurotische neuzels (zie euh… het bijna volledige werk van deze gebrilde neuroot), maar levert een volwassen registratie af over twintigers die langzamerhand hun levens beginnen uit te stippelen en zich nog één keer overgeven aan de charme van de Europese mystiek. En hebben we u al gezegd dat mejuffer Johannson en mejuffer Cruz het wel heel gezellig kunnen maken in een fotohokje?